Nu en dan overvalt Dyamos een aardse ziel, zoals de Mazzelaar; met vrolijkheid en luchtigheid waar hij oprecht jaloers op kan zijn. Dagen achtereen verkeert hij in Mazzelaars gezelschap. Dyamos heeft er een heuse vriend voor het naleven bij.

DE MAZZELAAR

DE MAZZELAAR

Toen Mazzelaar met glunderogen het navelen instapte, werd de doodse stilte waarin ik me verscholen hield levendig onderbroken. Ik sprong van het bankje, liep naar hem toe en schudde hem de hand. Aanstonds bestelde hij een houten tafeltje, een driepootkrukje, een schildersezel, penselen, potloden, doeken en vier glazen potten

Niet van deze Wereld | Blog | Dyamos

RENDEZ-VOUS

Bij kunstenaars rendez-vous droeg Mazzelaar een zwarte baret en een wit hemd bespat met verfspatten. De eerste sessies vonden plaats in een fase van kijken. Hij zat op het krukje, een hand onder z’n kin en de benen over elkaar geslagen, ik poseerde, leunend tegen een boom, mijn blik gericht naar het Historische gedeelte van de begraafplaats. Nu en dan stond hij op, stapte op me af en keek me van neus-op-neus-afstand in de ogen. Soms stelde hij mijn houding bij of zette mijn hoed recht, dan weer drapeerde hij mijn mantel opnieuw. Ik hield me roerloos, totdat hij zei: ‘Alors monsieur, café.

Bij kunstenaars rendez-vous droeg Mazzelaar een zwarte baret en een wit hemd bespat met verfspatten. Hij penseelde nog niet; de eerste sessies vonden plaats in een fase van kijken. Hij zat op het krukje, een hand onder z’n kin en de benen over elkaar geslagen. Ik poseerde; leunend tegen een boom, mijn blik gericht naar het Historische gedeelte van de begraafplaats. Nu en dan stond hij op, stapte op me af en keek me van neus-op-neus-afstand in de ogen. Soms moest er aan mijn houding iets bijgesteld, dan weer werd mijn mantel opnieuw gedrapeerd. Ik hield me roerloos, totdat hij zei: ‘Alors monsieur, café.

KLEIN LEVEN

KLEIN LEVEN

Voor de café avec une tartelette wandelden we naar het voorportaal van de Gotische kapel. Daar gezeten stelde ik vragen. ‘Wat heeft u bij leven gedaan? Kunstenaars zijn vaak somber, maar voor me zit een goedgehumeurd man. Was u een gevierd kunstenaar?’

‘Monsieur, ik ben een eenvoudig man die het kleine leven heeft geleefd. Ik mag toch hopen dat u met mij eens bent dat niet ieder mens geboren wordt om een leven vol roem, succes en bewondering te leven.’

‘Zeker,’ antwoordde ik.

Hij ging rechtop zitten, keek me met twinkelogen aan en draaide de punten van zijn snorretje puntig. ‘Monsieur D, ik heb het kleine leven groots geleefd.’

‘Interessant.’

‘Een leven dat wordt gekwalificeerd als interessant, is totaal oninteressant. Non, monsieur D, aan interessant bevonden worden heb ik mijn leven niet verspild.’ Zijn armen spreidend vroeg hij: ‘Is het niet fantastisch dat er leven bestaat? Dat er een zijn is? Of was?’

Ik beaamde.

‘Het leven is een cadeau. Ik heb het van harte in ontvangst genomen.’

‘Ontvangen is een kunst,’ antwoordde ik, ‘maar enkel van ontvangen kan de mens niet leven. Er moet toch iets van een bestaan opgebouwd.’

‘Doucement Monsieur.’ Hij wees naar de tartelette aux fromboises en zette me aan tot versnaperen.

Voor de café avec une tartelette liepen we naar het voorportaal van de Gotische kapel. Daar gezeten mocht ik vragen stellen. ‘Wat heeft u bij leven gedaan? Kunstenaars zijn vaak somber, maar voor me zit een goedgehumeurd man. Was u een gevierd kunstenaar?’

‘Monsieur, ik ben een eenvoudig man die het kleine leven heeft geleefd. Ik mag toch hopen dat u met mij eens bent dat niet ieder mens geboren wordt om een leven vol roem, succes en bewondering te leven.’

‘Zeker,’ antwoordde ik.

Hij ging rechtop zitten, keek me met twinkelogen aan en draaide de punten van zijn zwarte snorretje puntig. ‘Monsieur D, ik heb het kleine leven groots geleefd.’

‘Dat klinkt interessant. In welke zin?’

‘Een leven dat door derden wordt gekwalificeerd als interessant, is totaal oninteressant. Non, monsieur D, aan interessant bevonden worden heb ik mijn leven niet verspild.’

‘Excuseer, zo was mijn vraag niet bedoeld.’

Zijn armen spreidend vroeg hij: ‘Is het niet fantastisch dat er leven bestaat? Dat er een zijn is? Of was?’

Ik beaamde.

‘Ik heb het cadeau dat leven heet van harte in ontvangst genomen.’

‘Ontvangen is een ware kunst,’ antwoordde ik, ‘maar enkel van ontvangen kan de mens niet leven. Er moet toch iets van een bestaan opgebouwd.’

‘Doucement Monsieur, eerst van deze heerlijkheid genieten.’ Hij wees naar de tartelette aux fromboises en zette me aan tot versnaperen.

BEROEPSMAZZELAAR

‘Mijn eerste baantje,’ begon Mazzelaar, ‘bakkershulp. Daarmee voelde ik me de koning te rijk. Elke ochtend trok ik opgetogen door het centrum van Maastricht. Helaas kon ik de baklucht niet verdragen. Met pijn in mijn arbeidershart nam ik ontslag. Maar ik treurde niet, want ik ging de zee zien. Liftend bereikte ik Den Helder en nam de veerboot naar Texel. Daar aangekomen zocht ik contact met garnalenvissers.’ Hij schaterlachte. ‘Stupide natuurlijk! Wist ik veel dat de vislucht nog slechter te harden was dan baklucht. Tot overmaat van ramp werd ik bij woelig water nog zeeziek ook, terug bij wal schopte de kapitein me onherroepelijk van boord. Daarop beproefde ik mijn geluk als postbode. Dat was leuk, zolang het zonnetje scheen, maar door weer en wind… laat ik zo zeggen, ik had het me iets anders voorgesteld. Gelukkig lachte het geluk mij toe; na uitwerken kon ik als keukenhulp in een restaurant terecht, van daaruit maakte ik carrière als barmedewerker. Daarna werd ik nachtportier bij een voornaam hotel, vier sterren maar liefst. Omdat van mijn eigen nachtleven weinig overbleef, solliciteerde ik naar de functie van conciërge op een middelbare school. Een gouden greep zo bleek. Ik was ook geliefd omdat ik voor de leerlingen echt iets kon betekenen. Mijn gedrevenheid bleef niet onopgemerkt. Op goeie dag kreeg ik een opleiding tot machinist aangeboden. Kijk, en dat had ik nou altijd al een keer willen doen.’

‘Een loopbaan van meer ambachten dan…’

‘Later werd ik reisleider op tourbussen naar Italië, Spanje en Oostenrijk. Daarmee werd de loper uitgerold voor de luchtvaart en mocht ik het kostuum van een steward aantrekken. Een uitstekende gelegenheid om de wereld te kunnen zien. Had ik gezegd dat ik tussendoor nog twee boeken geschreven heb en korte tijd bedrijfsleider in een grote supermarkt ben geweest? Dat laatste was een fiasco moet ik toegeven, door mijn lichaam stroomde geen leidersbloed. Dus ging ik aan de slag bij een fruitboer, en zo werd ik hovenier, soort van.’ Hij slurpte aan le café waarna hij zijn mond depte met een servet. ‘Incroyable, niet?’

‘Het leven van een mazzelaar,’ antwoordde ik lachend.

‘Mijn eerste baantje,’ begon Mazzelaar, ‘bakkershulp. Ik voelde me de koning te rijk, weet ik nog. Alleen zonde dat ik de baklucht niet kon verdragen. Met pijn in mijn arbeidershart nam ik ontslag. Maar ik treurde niet, want ik ging de zee zien. Opgetogen trok ik naar Texel en zocht contact met garnalenvissers.’ Hij schaterlachte. ‘Stupide natuurlijk! Wist ik veel dat die vislucht nog slechter te harden was dan baklucht. Tot overmaat van ramp werd ik bij woelig water nog zeeziek ook, terug bij wal schopte de kapitein me onherroepelijk van boord. Daarop beproefde ik mijn geluk als postbode. Dat was mooi, zolang het zonnetje scheen. Door weer en wind… laat ik zo zeggen, ik had het me allemaal iets anders voorgesteld. Gelukkig lachte het geluk mij toe, na uitwerken kon ik als keukenhulp in een restaurant terecht, van daaruit maakte ik carrière als barmedewerker. Een tijdje later maakte ik weer promotie en werd nachtportier bij een voornaam hotel, vier sterren maar liefst. Omdat van mijn eigen nachtleven weinig overbleef, solliciteerde ik naar de functie van conciërge op een middelbare school. Een gouden greep zo bleek, het ging me niet alleen goed af, ik was ook enorm geliefd, omdat ik voor de leerlingen echt iets kon betekenen. Die gedrevenheid bleek niet onopgemerkt. Op gegeven moment kreeg ik een opleiding tot machinist aangeboden. Kijk, en dat had ik nou altijd al een keer willen doen.’

‘Een loopbaan van meer ambachten dan…’

‘Later werd ik reisleider op tourbussen naar Italië, Spanje en Oostenrijk. Daarmee werd de loper uitgerold voor de luchtvaart en mocht ik het kostuum van een steward aantrekken. Een uitstekende gelegenheid om veel van de wereld te kunnen zien. Had ik gezegd dat ik tussendoor nog twee boeken geschreven heb en korte tijd bedrijfsleider in een grote supermarkt ben geweest? Dat laatste was een fiasco moet ik toegeven, door mijn lichaam stroomde geen leidersbloed. Tja… beter zocht deze schoenmaker een andere leest. Omdat het buitenleven bleef lonken ging ik aan de slag bij een fruitboer. En zo werd ik hovenier, soort van.’ Hij slurpte aan le café waarna hij zijn mond depte met een servet. ‘Incroyable, niet?’

‘Een echte mazzelaar,’ antwoordde ik lachend.

MAZZELAARSWIJSHEID

MAZZELAARSWIJSHEID

De nacht daarop vertelde Mazzelaar dat zijn olijke oma hem leerde om de wereld elke dag tegemoet te treden en te beleven alsof hij net geboren was. “Als je dat kunt,” had ze gezegd, “is niets vanzelfsprekend en kan het geluk je verrassen.”

‘In die woorden zit meer wijsheid dan een kind kan bevatten,’ zei ik.

‘Ben ik niet met u eens Monsieur D, dat is precies wat een kind kan bevatten en wat volwassenen vergeten zijn. Ik niet. Ik nam oma’s woorden ter harte en prees mezelf gelukkig met kleine gelukjes die voor het oprapen lagen. De herinneringen plakte ik als spaarzegeltjes in een boekje; “mazzeltjes” noemde ik ze.’

Lachend verhaalde hij voort. Hij had een lief leven geleid, met aandacht voor welzijn van medemens en mededier. Natuurlijk waren er tijden dat hij zijn geluk niet kon verzilveren, maar daar had hij zich nooit druk over gemaakt. De goedlachse bofferd trof steeds een medemens dat om gezelschap verlegen zat en een maaltijd met hem wilde delen.

De nacht daarop vertelde Mazzelaar dat zijn olijke oma hem leerde de wereld elke dag tegemoet te treden en te beleven alsof hij net geboren was. “Als je dat kunt,” had ze gezegd, “is niets vanzelfsprekend en kan het geluk je aangenaam verrassen.”

‘In die woorden zit meer wijsheid dan een kind kan bevatten,’ zei ik.

‘Ben ik niet met u eens, Monsieur D, dat is precies wat een kind wel kan bevatten en wat volwassenen vergeten zijn. Ik niet. Ik nam oma’s woorden ter harte en stond elke ochtend op alsof het de eerste dag van mijn leven was. Ik prees mezelf gelukkig met de kleine gelukjes die voor het oprapen lagen. De herinneringen plakte ik als spaarzegeltjes in een boekje; “mazzeltjes” noemde ik ze.’

Lachend verhaalde hij voort. Hij had een lief leven geleid, met aandacht voor welzijn van medemens en mededier. Natuurlijk waren er tijden dat hij zijn geluk niet kon verzilveren, maar daar had hij zich nooit druk over gemaakt. De goedlachse bofferd trof steeds een medemens dat om gezelschap verlegen zat en een maaltijd met hem wilde delen.

Een mazzelaar mag zich graag door het geluk laten verrassen

Een mazzelaar mag zich graag door het geluk laten verrassen

GELUKSVOGEL

Ik zag enorm uit naar de nachten gevuld met Mazzelaars gezelligheid, zelfs aan model staan beleefde ik plezier. Al vroeg ik me af wanneer hij eindelijk de penseel ter hand zou nemen. Het antwoord liet niet lang op zich wachten.

Midden in een kijksessie stond Mazzelaar van zijn krukje op, pakte het doek van de ezel en stapelde alle spullen. ‘Dit mag allemaal retour Universum.’

Ik schoot van mijn modelplaats. ‘Retour Universum? En mijn portret dan?’

‘Monsieur D, ik heb het portret in mijn verbeelding geschilderd en kan u mededelen dat ik uiterst tevreden ben met het resultaat. Morgen begin ik hier een Italiaans restaurantje, u bent van harte uitgenodigd om mijn proefgast te zijn.’

‘Een restaurant?’

‘Niet zomaar een restaurant. Un restorante fantastico.’

‘Maar Mazzelaar. Wacht nou even. Ik…’

Lachend dribbelde de geluksvogel het pad af. Arrividecci signor.’

Ik zag enorm uit naar de nachten gevuld met Mazzelaars gezelligheid, zelfs aan model staan beleefde ik plezier. Al vroeg ik me af wanneer hij was uitgekeken en de penseel ter hand zou nemen. Het antwoord liet niet lang op zich wachten.

Midden in een kijksessie stond Mazzelaar van zijn krukje op, pakte het doek van de ezel en stapelde alle spullen. ‘Dit mag allemaal retour Universum.’

Ik schoot van mijn modelplaats. ‘Retour Universum? En mijn portret dan?’

‘Monsieur D, mon amis, ik heb het portret in mijn verbeelding geschilderd en ik kan u mededelen dat ik uiterst tevreden ben met het resultaat. Morgen begin ik hier een Italiaans restaurantje, u bent van harte uitgenodigd om mijn proefgast te zijn.’

‘Een restaurant?’

‘Niet zomaar een restaurant. Un restorante fantastico.’

‘Maar Mazzelaar. Wacht nou even. Ik…’

Lachend dribbelde de geluksvogel het pad af. Arrividecci signor.’

Met lege handen bleef ik achter.

INZICHT

INZICHT

Bij het aanbreken van de ochtend gloorde het inzicht aan de horizon. Mazzelaar had me een prachtig cadeau gegeven. Zijn gezelschap, aandacht en liefde had een geluksgevoel in mij aangewakkerd. Een gevoelgevoel dat zich niet in een schilderij liet vatten. Lachend begroette ik de dag als was het de eerste van mijn naleven en prees mijzelf een heuse mazzelaar.

Bij het aanbreken van de ochtend gloorde het inzicht aan de horizon. Mazzelaar had me een prachtig cadeau gegeven. Zijn gezelschap, aandacht en liefde had een geluksgevoel in mij aangewakkerd, dat raakte mij zo diep… dat was in een schilderij niet te vatten. Lachend begroette ik de dag als was het de eerste van mijn naleven en prees mijzelf een heuse mazzelaar.

Dyamos

GERELATEERD

  • PIPO | Niet van deze Wereld

PIPO

Pipo droeg een rode trui met gele dwarsstreepjes. De lijntjes kleurden speels. PIPO [Lees meer]

  • PIPO | Niet van deze Wereld

PIPO

Pipo droeg een rode trui met gele dwarsstreepjes. De lijntjes kleurden speels. PIPO [Lees meer]