Rondom het graf van Lisa hangt een energieveld van teleurstelling, grauwe wolken manen mij dan ook om gepaste afstand te bewaren. De gedenksteen, daterend uit begin vorige eeuw, is groen uitgeslagen. Over de grafzerk een breuklijn die een bliksemschicht vormt.
Lisa’s teleurstelling
Lisa’s teleurstelling
Rondom het graf van Lisa hangt een energieveld van teleurstelling, de grauwe wolken manen mij dan ook om gepaste afstand te bewaren. De gedenksteen, daterend uit begin vorige eeuw, is groen uitgeslagen. Van linksboven diagonaal over de grafzerk naar beneden loopt een breuklijn die een bliksemschicht vormt.
UITNODIGING
Voor de zesde opeenvolgende ochtend klopte ik bij het graf van Lisa aan, bij wijze van invitatie voor een ochtendwandeling. Niet dat ik erop rekende dat ze op mijn uitnodiging zou ingaan, ze had zich nog nooit in het licht gewaagd, edoch, ik hoopte dat een kleine beetje aandacht haar goed zou doen. Ik liep meteen weer verder omdat ik geen respons kreeg. Plots hoorde ik een krakende stem achter mij:
‘Wat moet je toch van mij?’
Onmiddellijk draaide ik me om en zag een oud vrouwtje staan, haar hoofd voorover hangend en de armen strak overeen geslagen. Twee donkerbruine ogen keken op naar de mijne. Aan de groeven in haar gezicht telde ik minstens vijfentachtig jaren af, maar de geschriften op haar grafsteen vertelden dat ze zevenenzestig jaar was geworden. Zij deinsde achteruit toen ik naar haar toe liep om haar de hand toe te steken, dus bleef ik staan.
ACHTERDOCHT
ACHTERDOCHT
‘Wat een aangename verrassing, Lisa. Mag ik je uitnodigen om met mij een eindje te gaan lopen?’
‘Nee.’
‘Niet?’
‘Nee. Ik wil blijven, alleen hier voel ik me veilig.’
‘Veilig? In dat wolkendek van verdriet? Waarom zou je daarin blijven hangen?’
Haar ogen groeiden. ‘Wat zeg jij nou?’
Ah zie, nu had ik haar belangstelling. Omdat ik het onfatsoenlijk vond om haar ruimte binnen te dringen, ging ik recht tegenover haar zitten, op een boomstronk. ‘Laten we even praten.’
‘Waarom?’
‘Misschien kan ik wat licht in jouw duisternis brengen.’
Haar ogen straalden achterdocht uit, alsof ze er rekening mee hield dat ik meer van haar wilde dan enkel gezelschap houden.
‘Lisa, een onderhoud in het Hiernamaals kan toch geen kwaad? Er kan je niets gebeuren.’
‘Het hiernamaals?’ Ze keek om zich heen, haar lippen pruilden. ‘Ga je me nou vertellen dat dit het hiernamaals is? Goh, daar had ik hele andere verwachtingen van.’
Van verbazing gleed ik bijna van mijn boomstronk. ‘Hoe kun je daar nou een voorstelling van hebben? Je hebt je al die tijd verscholen?’
Opnieuw flitsten haar ogen van links naar rechts. Maar na een tijdje nam ze toch plaats op haar graf. Niet echt op haar gemak, ze zat op het uiterste puntje van het hoekje. Ze haalde wat plukken van de voor haar zo vertrouwde wolken naar zich toe en sloeg ze als een stola om haar schouders.
‘Vanwaar die bedroefdheid?’
Even dacht ze na. ‘Het Hiernamaals zeg je?’
‘Zo is het.’
‘Dat meen je niet.’ Ze beet even op haar lippen, zuchtte en fluisterde toen: ‘Als dit het Hiernamaals is, dan brengt me dat nog minder dan mijn geleefde leven.’ Onmiddellijk sloeg ze haar hand voor haar mond. ‘O… sorry, ik ben niet naar buiten gekomen om te klagen.’
‘Het Hiernamaals is als het leven, althans, zo is mijn ervaring. Je moet er het beste van maken. Waarom fluister je eigenlijk? Als je hier niet vrijuit mag spreken, waar dan wel? Vertel me, wat is er gebeurd in jouw leven? Waarom heb je die triestheid meegesjouwd naar je graf?’
NIET GOED GENOEG
Ze keek over haar schouder naar haar gedenksteen. ‘Kijk dan die breuklijn, hij loopt dwars door mijn naam. Dat kan toch geen toeval zijn? Ik heb nooit bestaansrecht gehad.’
Mij restte slechts het luisteren. Lisa vertelde als onwettig kind te zijn geboren. Ze was, zo had haar moeder verteld, de dochter van een vooraanstaande heer. Maar… let wel, de naam van haar vader mocht nimmer genoemd. Haar moeder was een vrouw van lichte zeden geweest, ze had zwijggeld aanvaard. Als kind zijnde had Lisa nog geloofd in wonderen en in mogelijkheden. En als ze maar hard genoeg werkte, het anderen naar de zin maakte, dan werd ze beslist aardig gevonden. Ze wilde zo graag geloven dat het leven voor haar iets goeds in petto had. Helaas, de ervaringen waren anders geweest. Hoe harder zij zich inspande om anderen te behagen en te verrassen, des te dieper raakte ze teleurgesteld in de mensheid. Ze gaf, maar kreeg niet terug.
‘Dat heb ik nooit begrepen, Dyamos. Ik stond altijd voor iedereen klaar. Niets was mij te veel. Maar waardering, daar kon ik naar fluiten.’ Amper het laatste woord uitgesproken riep ze weer: ‘O… sorry.’
Glimlachend haalde ik mijn schouders op. Lisa zette haar relaas voort.
‘In plaats van beloning werden mij nog zwaardere taken opgelegd. En meer, alsmaar meer. Ik zeg je, Dyamos… Als wat je doet nooit genoeg is, dan zakt de moed je in de schoenen.’
‘Je wilde aardig gevonden worden, zoals zo veel mensen, maar weinigen realiseren zich wat dat precies inhoudt. Aardig gevonden worden Lisa, betekent dat je alsmaar druk bent met het vervullen van andermans wensen, niet met de jouwe.’
Ik kon aan haar gezicht zien dat ze niet helemaal begreep waar ik op doelde. Of misschien kwam de boodschap te hard binnen en wilde ze er niet over nadenken, want ze zei: ‘Een beetje dankbaarheid was op zijn plek geweest, dacht ik toch.’
‘Dankbaarheid, zeg je? Dan had je dus verwachtingen?’
‘Ja, natuurlijk. Dat is toch normaal?’
‘Laat me uitleggen waarom dat niet vanzelfsprekend is. Jouw verwachtingen waren afgestemd op hetgeen zich in jouw geest afspeelde. En in jouw hart. Je rekende erop dat de ander zou handelen zoals jij zelf gewoon was te handelen ; dat je terugkreeg wat jij gaf. Daarmee dichtte je hem of haar een empathisch vermogen toe gelijk het jouwe. Maar Lisa, niet iedereen hanteert dezelfde normen. Vertel mij… Hoe kan een ander aan verwachtingen voldoen die in jouw hoofd gecreëerd zijn?’
VOOR DE GEK GEHOUDEN
VOOR DE GEK GEHOUDEN
Lisa bukte zich voorover en trok wat onkruid uit de grond, waarna ze kiezels begon op te rapen en sorteerde ze op kleur, grijs bij grijs, wit bij wit. Vervolgens stond ze op, schraapte de herfstbladeren die op haar steen gedwarreld waren bijeen en maakte er een hoopje van. Ze ging er bovenop zitten.
‘Wat denk je nu?’ vroeg ik.
‘Tja… het is toch niet zo gek dat wanneer je voor een ander je stinkende best doet, je daar waardering voor terugverwacht?’
‘Begrepen mensen dat je teleurgesteld was? Realiseerden ze zich dat je pijn voelde?’
Schouderophalend zei ze: ‘Blijkbaar niet.’
‘Konden ze niet weten, of wisten ze niet beter?’
Lisa rechtte haar rug. ‘Er zullen best mensen geweest zijn die gehandeld hebben en niet beter wisten. Maar er waren toch ook mensen die….. Mijn beste vriendin bijvoorbeeld. Ze pikte de liefde van mijn leven in waarna ze mij probeerde te overtuigen dat ik haar moest begrijpen. Ze had zo geprobeerd tegen haar gevoelens te vechten, zei ze, het was een ware marteling geweest voor haar. Uiteindelijk was haar verstand niet bestand geweest tegen de liefde in haar hart. Ze smeekte me om haar niet te laten vallen. En haar man, mijn voormalige vriend… hij stond erbij en keek naar het toneelstukje.’
Lisa pauzeerde even om een traan weg te pinken. ‘Ze wilden het goed maken. Allebei. Daarom namen ze mij aan als dienstmeid, zodat ik in ieder geval de kost voor mezelf kon verdienen. Nou Dyamos, toen werd de vloer pas echt met me aangeveegd. In plaats van begrip en warmte te ontvangen, werd ik gecommandeerd. Het uiterste werd van mij gevergd, ik kwam amper tot slapen. Maar waardering? Ho maar. Dankbaar moest ik zijn, omdat ze me niet aan mijn lot hadden overgelaten. Wil jij mij nou vertellen dat die mensen niet wisten wat ze deden?’
‘Die mensen waren enkel met zichzelf bezig.’
‘Dan vraag mij niet waarom ik zo triest gestorven en geborgen ben!’
‘Je had kunnen weglopen, Lisa. Hen de rug kunnen toekeren.’
‘En hoe had ik dan de kost moeten verdienen?’
‘Zeg mij Lisa, in alle eerlijkheid, heb je ooit ander werk overwogen of heb je je voor hen uitgesloofd totdat je erbij neerviel?’
Haar wangen kleurden rood. ‘Het waren moeilijke tijden. Maar om op jouw vraag terug te komen… Neen. Het kwam nooit in me op om bij hen weg te gaan.’
‘Zoals het hier niet in je op kwam om uit jezelf naar buiten te komen?’
Mijn antwoord moest even bezinken, daarom zweeg ze. Na een tijdje zei ze: ‘Wat erg. Ik zie nu pas dat het anders had gekund.’
Lachend krabbelde ik overend. Lisa was uit haar comfortzone getreden en had voorlopig voldoende stof tot overdenken. Enigszins plechtig nam ik mijn hoed voor de dame af.
‘Wat ga je doen?’ vroeg ze.
‘Ik ga mijn ochtendwandeling voortzetten.’
‘O. Wat leuk.’
‘Ja, dat is het zeker.’ Ik knikte haar gedag en begon te lopen.
‘Je gaat het mij niet vragen hè,’ hoorde ik haar roepen.
‘Natuurlijk niet, Lisa. Ik voldoe niet aan andermans verwachtingen.’
‘Die boodschap heb ik begrepen, Dyamos. Daarom vraag ik het jou. Mag ik met je mee vandaag?’
Ik draaide me om en keek in het gezicht dat eindelijk durfde te lachen. ‘Wat een geweldig idee Lisa.’ Terwijl ik terugliep om haar op te halen, wierp ze de grauwe omslagdoek van af.
Dyamos
GERELATEERD
GERELATEERD
GERELATEERD
DE MAZZELAAR
Nu en dan overvalt Dyamos een aardse ziel, zoals de Mazzelaar; met vrolijkheid en [Lees meer]
VOORBIJ ZUSTERLIEFDE – Deel 3
De waarschuwingsroep van de oehoe echode over de begraafplaats. Viermaal achtereen. Onmiddellijk staakten de [Lees meer]
CITRONELLA – Deel 2
Voor de vierde opeenvolgende nacht stond ik in de duisternis aan het graf van [Lees meer]